Goede voornemens: vandaag ga ik me er écht aan houden. ECHT!
En inderdaad, de dag begint goed. Je stelt je ontbijtje nog even uit (want nog geen grote trek), doet eerst nog wat stretchoefeningen, laat de hond uit, pakt nog een kop thee. Oké, nu dan. Het ontbijt. Met aandacht peuzel je je crackers op. Verstandig belegd, dus helemaal in orde. Nog een kop thee erachteraan – dat voelt goed! Tanden poetsen, en klaar. Trots op jezelf: kom maar op, rest van de dag!
Op je werk ligt de dagelijkse hectiek al op je te wachten. Onbeantwoorde telefoontjes en spoedklussen, waardoor je je wéér niet aan de afgesproken planning kunt houden. En dan heb je straks ook nog een voortgangsgesprek met je leidinggevende, die dat wél van je verlangt. Ja duhhh, je kunt niet alles. Naarmate de ochtend vordert voel je de stress alweer toenemen.
Appeltaart
Alsof ze het ruiken, tuurlijk! De uitdaging ligt alweer voor je neus. Dit keer in de vorm van stukken zelf gebakken appeltaart, inclusief bijbehorende, niet te versmaden (en al helemaal niet te negeren) zoete oma-appeltaartgeur. De slagroomspuitbus staat er pontificaal naast. Tja, de verjaardag van je naaste collega kun je natuurlijk niet negeren, dus voel je je verplicht om een stuk te pakken. Met slagroom, nu je toch bezig bent. De excuses zijn weer geland. En (is dat erg?) aangezien veel collega’s nog op vakantie zijn, blijft er behoorlijk wat over. “Het moet op!”, roept de jarige, die de overgebleven stukken al aan het verdelen is.
Of je mee gaat lunchen? Twijfel. Je zit nog wel vol van de traktatie, maar je weet ook dat je je lunch niet moet overslaan. Anders ga je vanmiddag weer voor de bijl. Maar wtf – je bent toch al de fout in gegaan. Hebt het weer zover laten komen. Dus oké, samen lunchen.
De kantine bevat meer en minder gezonde keuzes. Een salade zou natuurlijk het verstandigst zijn. Maar gezondigd heb je toch al, dus wat maakt het nog uit. Je gaat voor een broodje kroket. Bij de kassa grijp je nog gauw een zakje m&m’s mee, voor straks. De dag van vandaag valt immers toch niet meer te redden.
Pizza
Half vijf, een appje van je dochter. ‘Wat eten we vanavond?’. Shit. Je moet de laatste klussen nog afmaken en bent dus minimaal een halfuur later thuis. Manlief komt nóg later én wil ook nog gaan sporten. Zie je wel, het lukt gewoon niet, houd je jezelf voor. Het lukt gewoon niet om gezond te eten met al die drukte. ‘Haal jij pizza’s?’, app je terug.
Half 9. Uitgeteld zit je op de bank. Moe, teleurgesteld, mismoedig. Je voelt je een loser. Televisie aan, gevoel dempen. Ruim een halfuur later stapt manlief bezweet binnen en trekt voor zichzelf een biertje uit de koelkast. Jij ook wat drinken, schat? Ach tuurlijk, waarom niet. Voor je het weet schuift ook jouw hand de zak paprikachips in en troost je jezelf met de gedachte dat je dat gewoon verdiend hebt. Gezellig samen op de bank. Voelt toch nog even goed.
En morgen? Dat zie je dan wel weer.