Ruim tien jaar geleden zat ik op theatersport. Je weet wel, improvisatietheater, of ‘impro’, onder de kenners. Misschien gaat er een lampje branden bij de ‘Lama’s’, die jarenlang op tv waren. Nou dat dus, keileuk. Overigens heb ik die Lama’s zelf nooit gezien, simpelweg omdat ik nooit tv kijk.
Theatersport bracht me heel veel. Niet alleen plezier, maar vooral ook vrij kunnen bewegen. Minder krampachtig en vooral veel spontaner kunnen zijn in mijn doen en laten. De kunst bij theatersport is om alle mogelijke oordelen los te laten. Dus wat anderen van je zouden kunnen denken. En als je je realiseert dat die “geanticipeerde oordelen” in wezen je eígen oordelen zijn(!), dan wordt dat al wat makkelijker.
Ik merk bij mijn klanten ook vaak dat de mening van anderen een belangrijke rol speelt. Wat zouden anderen wel niet van mij denken, als ik ook van die chips pak, een gebakje neem, friet met frikandel eet? Herkenbaar? Daarmee ga je je eigenlijk dubbel zo rot voelen, want A) je wil het eigenlijk niet want je weet dat het niet goed voor je is; B) je wil het eigenlijk wel, want je hebt er gewoon zin in en C) dan zijn er ook nog die oordelen van anderen. Of ze er nou werkelijk zijn of alleen maar in jouw hoofd.
Wanneer je je de (mogelijke) oordelen van anderen aantrekt, dan beperk je jezelf enorm. Dan ben je niet vrij. Dan zit je in een soort keurslijf, omdat je moet voldoen aan de verwachtingen van een ander. Althans, dat denk je dus.