Stel: je wilt afvallen. Je vindt jezelf te dik, je vermijdt spiegels en kleren kopen stel je uit ‘tot je er weer normaal uitziet’. En los van jouw zelfoordeel: je BMI is inderdaad wat aan de hoge kant. Dus ook om gezondheidsredenen is het verstandig om af te vallen.

 

En dus begin je vol goede moed aan een dieet dat bomvol gezonde voeding zit. Smoothies, salades, ovengerechten met groenten, noem maar op. Je drinkt er veel water en kruidenthee bij en valt in de eerste vijf dagen al bijna twee kilo af. Yes! Vol enthousiasme zet je door, je begint er zelfs plezier in te krijgen.

 

Maar dan. De verjaardag van je beste vriendin. Een etentje met ex-collega’s. Een zilveren bruiloft met lopend buffet. Je man die ook ‘ns kookt (maar dan anders). Bijna dagelijks traktaties op je werk.

 

Het dieet-ritme waar je de eerste week zo lekker in zat, begint vanaf week twee te vertroebelen. En daarmee ook je enthousiasme. Je doet het nog wel, die smoothies en lekkere recepten enzo, maar niet meer elke dag. Dat kan gewoon niet, want je sociale leven is er ook nog, met borrels, etentjes, traktaties en spontane kopjes koffie met vriendinnen. En die wíl je ook helemaal niet missen!

 

In week vier is er weinig meer over van je goede voornemens. Want verdomme, je wilt ook nog gewoon kunnen leven. Bovendien zitten die kilo’s er allang weer aan, dus waar doe je het allemaal nog voor? Je houdt jezelf voor ‘dat het voor jou gewoon niet werkt’ en gaat weer door op de oude voet. Toegevend aan alle verleidingen die dagelijks op de loer liggen. En wat maakt het dan nog allemaal uit? In plaats van gezonde salades en smoothies, waar je een uur voor in de keuken stond, ben je veel sneller klaar met kant-en-klaar gerechten. Op de verpakking staat dat daar ook groenten in zitten, dus prima. En als je dan toch niet meer zo nauw kijkt, kun je net zo goed ’s middags wat lekkers bij de thee pakken. En ’s avonds gezellig met manlief wat chips delen, onder het genot van een glaasje wijn.

 

Na drie maanden begint het riedeltje weer opnieuw. Je bent jezelf weer zó zat en baalt zó van je dikke lijf, dat je besluit ‘dat er nu toch écht iets moet gebeuren’. Want je loopt nog steeds in die oude, alles verhullende kleren en haat spiegels meer dan ooit tevoren. Dus wat doe je…? Juist.

 

Ben jij klaar met deze eindeloze strijd?
En klaar om deze vicieuze cirkel te doorbreken?