Stel: wij eten als mens alleen als we honger hebben en stoppen als we verzadigd zijn. Geen gedoe eromheen, geen verleidingen, geen sociale aangelegenheden waarin we ons “verplicht” voelen om “gezellig mee te doen”. Overigens gebruiken we dat laatste vaak als excuus, maar dat terzijde. 😊
Stel dat. Net als dieren zouden we gewoon naar ons gevoel en ons lijf luisteren – en specifiek naar ons hongergevoel – en zouden we gewoon doen wat ons primitieve brein van ons vraagt: overleven. Eten gebruiken als brandstof, en niet meer dan dat. Hoe zou dat zijn?
Eigenlijk kunnen we ons dat helemaal niet voorstellen. Want eten is overal. We maken deel uit van een samenleving waarin eten gebruikt wordt voor veel meer dan (over)leven. Is dat erg? Nope. Maar het vraagt wel wat van ons. En het is wel duidelijk dat de meesten van ons daar niet goed mee om kunnen gaan. Dat zie je aan ons massale (over)gewicht; meer dan de helft van alle Nederlanders heeft een te hoog BMI. Maar ik doel daarmee ook op de keuzes die we maken. Specifiek: of we zelf aan het stuur staan of niet.
Dat laatste – niet zelf aan het stuur staan – beschouw ik als de belangrijkste oorzaak van het ‘altijd maar honger hebben’. Als je niet zelf aan het stuur van je eigen leven staat en je dus eigenlijk laat leiden door regels van anderen, door omstandigheden, door de mensen om je heen, dan ben je passief. Een soort slachtoffer. Dan ben je de passagier van je eigen leven. En dat uit zich in van alles, ook in je eetgedrag. Als de buurvrouw je uitnodigt om een stuk zelfgebakken appeltaart te komen proeven, kun je dat toch niet afslaan. Stel je voor dat zij denkt dat je haar afwijst.

Vullen of voeden?
Juist omdat je hebt geaccepteerd dat er altijd en overal eten voorhanden is en je jezelf (impliciet) hebt toegestaan dat jij dat dus ook altijd mag hebben, is er geen grens. En dat weet je lichaam ook. Als het ergens om vraagt, dan krijgt ie het ook. Vaak is dat niet het meest gezonde voedsel, maar sterk bewerkt, koolhydraatrijk – dus suikerrijk – eten. Wat voor de meesten van ons gigantisch verslavend is. Je lijf blijft er dus ook om vragen. Ook omdat het je niet echt verzadigt. Die sterk bewerkte voeding vult je wel, maar voedt je niet. je lijf krijgt niet de voedingsstoffen die het zo nodig heeft, en blijft ook om die reden dat hongergevoel afgeven.
Om dit patroon te doorbreken is er meer nodig dan domweg een dieet volgen. Dat helpt je niet. Sterker nog: je raakt daardoor alleen maar verder van huis. Want door jezelf beperkingen op te leggen, schiet je primitieve of reptielenbrein in de weerstand. Dat interpreteert die beperking als schaarste, en omdat het gericht is op overleven, gaat het ervoor zorgen dat het ervaren tekort zo snel mogelijk aangevuld wordt. Als tegenreactie maakt het daarom dopamine aan, waardoor je juíst honger krijgt en je aangezet wordt tot eten. Tja.